Kunstenaars

DE SCHILDERSFAMILIE

In ongeveer twee eeuwen, 1810 - 2010, waren er in de eerste 4 van de 6 generaties Korteling, 8 kunstschilders actief, waarvan er 4 als professional gekwalificeerd kunnen worden. Alleen deze 8 zijn in de stamboomopstelling aangegeven met portret, zodat in een oogopslag duidelijk is om wie het gaat en wanneer het speelde.

Deze catalogus is de meest uitgebreide en gevarieerde verzameling beeldmateriaal van alle 8 (professionals en amateurs) schilderende leden van deze familie uit de 19e en 20e eeuw. Ter illustratie van de diversiteit en ontwikkeling in de tijd hier per schilder een karakteristiek werk opgesteld in "stamboom formatie".

Per schilder wordt hier alleen een zeer beknopte inleiding gegeven. Voor kunsthistorische informatie is de belangrijkste literatuur:

"De Familie Korteling, Kunst en Ambacht”
Roel H. Smit-Muller
Walburg Pers - ISBN 978.90.5730.707.2

“Deventer en zijn Schilders”
Henk J. van Baalen
ISBN 90-76859-11-6

Deze boeken geven ook uitgebreide achtergrond- en broninformatie. Voor wie meer beelden wil zien en vergelijken van nagenoeg het gehele bekende oeuvre is www. kortelingdeschilders.nl de aanvulling daarop.

GERHARD 1809 - 1888

Gerhard wordt beschouwd als de stamvader van de schildersfamilie Korteling hoewel er in de familie van zijn ouders waarschijnlijk ook al geschilderd en getekend werd. Hij verwierf in 1825 (16 jaar) de zilveren medaille van de "Deventer Teekenacademieschool" en er is gesigneerd werk bekend gedateerd 1836 (25 jaar).

Vanaf 1839 is zijn schilderszaak gevestigd in de Smedenstraat te Deventer. Hij bouwt een ambachtelijke reputatie op als decoratie- en rijtuigschilder en de tijd voor vrije schilderkunst is beperkt.

Zijn vakkennis blijkt uit een portret van zijn vrouw "Mooi Betje" en een zelfportret, vermoedelijk beide gemaakt omstreeks 1842 (33 jaar) die tot ca. 3e kwart 20e eeuw steeds aan de oudste zonen zijn doorgegeven.

Deze portretten bevinden zich thans bij een 5e generatie familielid in Canada en zullen op langere termijn wellicht toegevoegd kunnen worden aan de waardevolle Korteling collectie van het HMD in Deventer.

Helaas zijn de in "Scheen" met name genoemde stukken "Strandgezicht bij Ondergaande Zon" en "Winter met Schaatsenrijders"(TT 1836 - Utrecht) nog niet getraceerd in het kader van dit documentatieproject. Voor zover tot nu toe bekend was zijn vrije werk van voor 1840 georiënteerd op de beroemde 17e eeuwers ("Zeegezicht" - leermeester L. Meyer) en werd later meer romantisch ("Rivierlandschap").
(Gebruikte afkorting GK)

WILLEM GZN 1850 - 1916

Deze oudste zoon van de stamvader wordt niet in "Scheen" vermeld, omdat er geen werk van hem in omloop is. Hij moest zich volledig concentreren op de overname van de schilderszaak aan de Smedenstraat en ook in de bouwkunde was hij geïnteresseerd en betrokken als secretaris van de locale bouwkundige vereniging. Dat hij het ambacht van de decoratieve schilderkunst wel degelijk beheerste blijkt uit het enige overgebleven uitgewerkte grote doek (coll. HMD) uit 1870, dus gemaakt op 20-jarige leeftijd. Mogelijk is het een soort examenstuk bij het afronden van zijn opleiding geweest.
(Gebruikte afkorting WKgzn)

BARTUS 1853 - 1930

Als tweede zoon van de stamvader Gerhard had hij niet de zorg voor opvolging in de schilderszaak en kreeg hij alle ruimte zijn grote teken- en schildertalent te ontwikkelen onder goede leermeesters. De literatuur geeft daarvan een uitvoerig achtergrondinformatie.

Onder zijn vele daarin genoemde leerlingen op de beroemde “Avond-Teekenschool” bevonden zich behalve zijn zoon Willem Bzn ook de zoons van zijn broer Willem nl. Gerhard Willlem, Willem Wzn en Herman Daniel. En ook de wereldberoemde Han van Meegeren die, vreemd genoeg, in “Scheen” daar niet genoemd wordt als leerling.

Bij onze speurtocht naar Korteling werken ontdekten wij, bij toeval, een recensie van een Amerikaanse toneel-eenakter “Another Vermeer” (Abingdon Theater in New York) over Han van Meegeren waarin een rol voor zijn leermeester, prof. Bartus Korteling voorkomt. Als volgt gekarakteriseerd door de recensent: “Prof. B K changes from Han’s ardent fan to his wounded father figure and he makes a compelling point about the damage liars do to themselves “.

Merkwaardig dat te vinden als actuele toneelrecensie New York (6 april 2008) ruim een eeuw nadat Han van Meegeren leerling van Bartus was en die al lang overleden was toen Van Meegeren’s vervalsingen ontdekt werden. Over de in “Scheen”, blz. 638, genoemde tentoonstellingen in de periode 1871–1905 moet nog nader onderzoek gedaan worden.Helaas zijn de in “Scheen” gebruikte titels niet altijd voldoende specifiek om vast te kunnen stellen of het ook 100% een gedocumenteerd werkstuk betreft, maar met het monumentale doek “Dode Haan en Duif” van 1873 Is dit zonder twijfel wel het geval.

De belangrijkste museumcollecties bevinden zich bij HMD en DMA (Coll. SSK), volgens de geldende normen beheheerd, in depots. Af en toe wordt daaruit geselecteerd voor gelegenheids- of thematentoonstellingen. Vreemd genoeg worden deze collecties niet in "Scheen" genoemd. “Dode Haan en Duif” van 1873 Bartus had grote vaardigheid als tekenaar al voor zijn leraarsopleiding aan de polytechnische school in Delft, getuige de fabelachtige werkjes rond 1868-1870 (13-15 jr) waarin de stijl van leermeester Jan Striening uiteraard goed is te herkennen.

De, in februari 2013 geplaatste, voorlopige selectie omvat landschappen, topografische stadsbeelden, portretten, figuren en enkele interieurs. Wat opvalt is dat tekeningen zelden een voorbereidende schets zijn, maar bijna altijd een zelfstandig werk. In tegenstelling tot zijn zoon Willem tekende hij nooit dieren, althans daarvan is niets gevonden.
(Gebruikte afkorting BK)

GERHARD WILLEM 1886 - 1912

Als oudste zoon van Willem Gzn was hij volgens de gewoonte van die tijd voorbestemd als opvolger in de schilderszaak die zijn grootvader Gerhard had gevestigd. In “Scheen” wordt hij niet vermeld omdat hij nog niet officieel exposeerde voor hij op jonge leeftijd overleed.

Zijn oeuvre is dus helaas beperkt en het meeste is binnen de familie gebleven, maar toch heeft HMD ook werk van hem in de Korteling collectie waaruit zijn bijzondere talent overduidelijk blijkt. (o.a. Korenschoven). Zijn tekeningen van familieleden ontstonden rond 1905 dus nog in zijn opleidingstijd bij Oom Bartus. Zijn ambachtelijk specialisme was met name de verfijnde uitvoering van de wapenschildjes op de adellijke rijtuigen.

Een “ontdekking” van dit documentatieproject is dat van hem tot nu toe als enige van de Korteling schilders een vijftal combinaties gevonden zijn van snelgemaakte olieverf veldstudies en een min of meer uitgewerkt, groter atelierdoek, gebaseerd op de studie, waaronder zijn allerlaatste werk (“Schepen in Overijssels Kanaal bij Invallende Dooi”).

Zijn motto was Kleur is Alles. Hij maakte als laatste Korteling zelf de verf. Met name op verschillende soorten groen was hij fel (HK), omdat, voor de nuances die hij wilde uitdrukken, volgens hem, de goede kleuren niet te koop waren. Kenners menen, het gehele schilderserfgoed van de familie overziende, dat hij het potentiële talent had zich te ontwikkelen tot de meest prominente van de Korteling schilders, als hem een langer leven was beschoren geweest.
(Gebruikte afkorting GWK)

WILLEM Wzn 1887 - 1962

De tweede zoon van Willem Gzn groeide ook op in de schilderszaak aan de Smedenstraat en had ook les van oom Bartus. Maar zijn beroep werd bouwkundige in de breedste zin van het woord. Hij ontwierp en bouwde later zelfs de machine-installaties van een turfstrooisel fabriek in Drenthe.

Als schilder bleef hij amateur en zover bekend is al zijn werk in familiebezit gebleven en exposeerde hij nooit officieel. Hij is dus niet in “Scheen” genoemd. Wel gaf hij, in de periode rond 1925, enige tijd les aan de Avond-teekenschool in zijn woonplaats Klazinaveen.

Na het jong overlijden van zijn broer Gerhard Willem was hij de oudste zoon en zo kwamen later enkele belangrijke familiestukken in zijn bezit (zoals de portretten van stamvader Gerhard en diens vrouw, “Mooi Betje” en het bekende Vanitas stuk van Grootvader Gerhard (thans Coll. HMD).

Sommige van zijn werkstukken verraden een grote technische vaardigheid en sluimerend talent.
(Gebruikte afkorting WKwzn)

WILLEM BZN 1889 - 1964

Deze Korteling telg heeft zich zijn leven lang kunnen wijden aan de vrije teken- en schilderkunst. Alleen al daarom is zijn oeuvre in omvang meer dan dat van alle andere Korteling schilders bij elkaar en omvat dus meer dan de helft van deze documentatie catalogus.

Zijn werk is in brede kring geliefd en nog steeds zeer gewild in de handel en op de veilingen in Deventer en omgeving, maar duikt ook af en toe op bij Christie’s en Sotheby’s. Ook Nederlandse Galeries van naam, zoals EFAC en Simonis & Buunk en natuurlijk “De Strik” in Deventer bieden af en toe stukken aan. Met een straal van 1 km per gevonden locatie is in regio Deventer 90% van het oppervlak gedekt.

Door vererving en het “uitzwermen” van families, vooral na WO II, is zijn werk nu over geheel NL verspreid. Hij is de meest algemeen bekende Korteling schilder. Het merendeel is in particulier bezit en er komt relatief weinig op de markt. De representatieve collectie van HMD en ook enkele werken bij DMA en MKA zijn in de documentatie opgenomen.

In alle categorieën van landschap tot stilleven, bloemstuk en pluimvee, etc. is zijn werk vertegenwoordigd in deze site. Om een indruk te presenteren van zijn vele honderden tekeningen moest een keuze gemaakt worden die wij als volgt motiveren. Van de museumcollecties zijn de tekeningen nog niet volledig digitaal beschikbaar en van de particuliere eigenaren zijn - in tegenstelling tot de schilderijen - de aanmeldingen tot nu toe beperkt gebleven.

Wat vooral boeit is het vele studiemateriaal van dieren, portretten en landschappen zoals dat in 1964, na zijn overlijden, op verzoek van de familie door zijn neef Herman Korteling uit zijn atelier is verzameld en grotendeels bewaard is gebleven in diens nalatenschap in 1994. Daarom is begin 2012 besloten voornamelijk uit dat materiaal een beperkte selectie te maken om het bijzondere talent van deze `pur sang` tekenaar te tonen en voor zich te laten spreken. 

Enkele tekeningen zijn duidelijk een voorstudie voor bekende en gedocumenteerde schilderijen. Het is de bedoeling daar t.z.t. voorbeelden van te publiceren. Van stillevens en bloemstukken - die een belanrijk deel van zijn schildersoeuvre uitmaken - maakte hij nooit tekeningen. Daarvoor werkte hij direct in olieverf op het doek naar de voorbeeldopstelling of, bij bloemstukken, soms volledig uit zijn hoofd (info HDK en HK).
(Gebruikte afkorting WKbzn)

HERMAN DANIEL 1898 - 1994

In het gezin aan de Smedenstraat was de jongste zoon Herman een nakomertje en een buitenbeentje. De pentekening van Jaap Nieuwenhuis bij gelegenheid van zijn 70ste verjaardag vat het goed samen, een mengeling van Grootburger, Ambachtsman, Schilder en Schrijver. 

Hij schilderde alleen in zijn jonge jaren tot ca. 1925. Zijn oeuvre voor deze documentatie is daarom zeer beperkt. Hij was 13 toen zijn oudste broer Gerhard Willem overleed en 18 toen zijn vader stierf. Te jong om de schilderszaak succesvol voort te kunnen zetten op de hem van huis uit bekende ambachtelijke wijze, want de tijden waren veranderd. 

Vanaf ca. 1925 werkte hij bij het bekende atelier van de Deventer Fa. Bokhorst, o.a. als glazenier aan de vervaardiging en restauratie van gebrandschilderde glas in lood ramen en oorkondes en als restaurateur van allerhande decoratieve objecten en schilderijen. 

De laatste 10 jaar tot 1966 was hij in dienst van HMD "De Waag" als assistent conservator en restaurateur. In zijn latere literaire werk was hij nog als beeldend kunstenaar te herkennen. Zijn archief is in 1994 ondergebracht bij de Atheneum Bibliotheek (later gefuseerd met het Deventer Stadsarchief) en is te raadplegen via SABinfo.nl.
(Gebruikte afkorting HDK)

Grootburger, Ambachtsman, Schilder en Schrijver

HENDRIK 1922 - 2012 

Hendrik de zoon van de bouwkundige Willem Wzn. die uit Deventer wegtrok, is niet meer in Deventer geboren en dus geen Deventer Grootburger. Van de 4e generatie is hij de enige die een duidelijk talent voor beeldende kunst manifesteert. 

Hij kreeg lessen in het ware ambacht van zijn vader en oom Willem Bzn in Diepenveen. Na zijn vakopleiding bij Academie “Minerva” in Groningen ontwikkelde hij zich tot vakdocent waardoor zijn oeuvre in het vrije werk beperkt bleef. Maar dat is veelzijdig en in diverse stijlen waarbij slechts een enkele keer, in zijn vroege werk, verwantschap met zijn Deventer voorvaderen te zien is waarvan hij overigens een groot bewonderaar en collectioneur was. 

 Zijn landschappen hebben een onmiskenbaar “noordelijke” uitstraling, zowel in beeld als kleurgebruik, zoals zijn vader en ooms meer op het Drentse. resp. Sallandse landschap georiënteerd waren. Sommige van zijn schilderijen passen wonderwel in een vergelijk met stukken van zijn Deventer familieleden (zie 4 seizoenen of korenschoven). 
(Gebruikte afkorting HK)